Een noodzakelijke voorwaarde voor een vreedzame en stabiele samenleving is dat mensen elkaar niet blindelings over een kam scheren, als groep apart zetten en veroordelen. Elk mens staat op zichzelf, met bepaalde eigenschappen en kwaliteiten, in een telkens weer andere samenstelling. Iedereen heeft er recht op als uniek individu beschouwd en behandeld te worden.
Symptoombestrijding
Als er één menselijke hebbelijkheid bestaat die bij uitstek daartegen indruist, dan is het wel racisme. In de betekenis van een manier van denken, waarbij de een de ander eenzijdig, op grond van een huidskleur of ander genetisch kenmerk, indeelt in een bepaalde categorie en die categorie dan bestempelt als minderwaardig of verwerpelijk.
Racisme in die zin is een ‘substantie’, die relaties verstoort en de samenleving vergiftigt. Te meer omdat het maar al te vaak met zich meebrengt dat mensen de verantwoordelijkheid voor hun eigen gebreken en fouten uit de weg gaan en een vijand buiten zichzelf zoeken, die je straffeloos mag en moet bestrijden.
Opmerkelijk is ook dat het ene, veronderstelde of reëel bestaande, racisme het andere oproept. Mensen kijken vaak kritischer naar een ander dan naar zichzelf en de afleidingen van het woord racisme zijn niet voor niets populaire scheldwoorden.
Nog schrijnender is trouwens de misvatting aan beide zijden, zowel de aanklager als de beschuldigde, dat racisme iets oplost. Het is immers altijd en overal, ongeacht door welke gevoelens of overwegingen het wordt ingegeven, een kwestie van symptoombestrijding.
Veenbrand
Het voorgaande is de laatste tijd in Nederland aan de orde van de dag. Als een veenbrand, die van tijd tot tijd uitslaande vlammen laat zien en heel lang kan doorzieken. Zeker wanneer scherpslijpers de toon aangeven en niemand de moeite neemt om onderliggende problemen en tegenstellingen uit de doeken te doen.
Wanneer precies het land met het gif werd besmet en door wie, is nog geen uitgemaakte zaak. Al was het maar omdat inmiddels zoveel modder heen en weer gesmeten is dat niemand meer de handen in onschuld kan wassen. (Al denken sommige direct betrokkenen van wel.)
In ieder geval lijkt mij duidelijk dat wat in 2011 begon met enkele actievoerders en hun kledingleus ‘Zwarte Piet is racisme’, het afgelopen jaar een hoge vlucht genomen heeft. Sprekende elementen waren de aanhouding van Typhoon, die leidde tot een potsierlijke spraakverwarring rond etnisch profileren en identificeren, de verschijning van Gloria Wekkers boek ‘White Innocence’ waarna plotseling allerlei (vooral jeugdige) academici, journalisten en andere spraakmakers de woorden institutioneel racisme in de mond namen en de documentaire ‘Wit is ook een kleur’ van Sunny Bergman, die een nieuwe golf van (vooral welgestelde en hoog opgeleide) mea culpaprevelaars teweegbracht.
Ook de Nederlandse samenleving is nooit vrij geweest van racisme, zoals blijkt uit de jodenhaat die de afgelopen eeuw nog zulke gruwelijke gevolgen heeft gehad. Maar de opeenstapeling van incidenten en onrust van de laatste tijd zijn meer dan een opleving van oud racisme. Het is een fenomeen van deze tijd, met eigentijdse oorzaken en actoren en nieuwe, nog moeilijk te doorgronden, uitkomsten. Hoe is dat zo gekomen?
Ideologisch vacuüm
Een algemeen deel van de verklaring ligt in het einde van de Koude Oorlog (1945-1989), die gebaseerd was op een botsing tussen het uitgesproken kapitalistisch deel van de wereld onder leiding van de Verenigde Staten (VS) en de (communistische) Sovjetunie met haar bondgenoten. Daardoor ontstond een ideologisch vacuüm, waarin zowel mensen als staten op zichzelf werden teruggeworpen en allerlei vormen van extremisme de kop opstaken.
Zo ontstond ook de ruimte voor het neo-liberalisme, dat in de jaren negentig vanuit de VS en het Verenigd Koninkrijk de rest van Europa veroverde en inmiddels in de hele wereld zijn sporen getrokken heeft. Hoofddoel was een wereldmarkt, waar het winstgerichte particuliere bedrijfsleven en niet in de laatste plaats ook de financiële bedrijven zich maximaal zouden kunnen ontplooien.
De gevolgen waren desastreus. Niet alleen voor de landen met een min of meer eigen ontwikkelingsbeleid, die werden opengebroken en onder het juk van het mondiaal kapitalisme gebracht. Maar ook voor de landen die al decennia lang hadden gegolden als rijk en welvarend. Denk maar aan de kaalslag in de industriële productiesectoren, de overheveling van bedrijven naar ‘lage lonenlanden’ en alle werkloosheid van dien. Dat heeft heel wat kwaad bloed gezet en werkt nog steeds door. Trump had daar meer oog voor dan wie nu zijn voorgangers zijn…
Diaspora
En ander, meer specifiek, deel van de verklaring ligt in Nederland zelf. Dat betreft namelijk de z.g. diaspora van ‘Surinamers’ dan wel ‘Antillianen’, die in talloze varianten hun toevlucht hebben gezocht in het voormalige moederland. Want als je nagaat wie in de discussie over hedendaags racisme de toon aangaven, springen direct namen uit die gemeenschappen in het oog.
Opvallend detail daarbij is de Amerikaanse inslag. Alleen al het simplistisch kleurenschema (zwart & wit), waar ze de mond van vol hebben, is onmiskenbaar een product van de Amerikaanse cultuur en geschiedenis.
Geen wonder dat Wekker op 31 december in de Ware Tijd verklaarde dat de basis voor haar boek was gelegd in de VS. Ze was daar immers gepromoveerd en had er als middelbare scholier ook al een jaar doorgebracht. Haar motieven om zich als (cultureel) antropoloog maar eens te storten op het racisme in Nederland kwamen in het interview niet erg uit de verf. Wel bleek dat ze zich nauwelijks bewust was van de fundamentele verschillen tussen de VS en Europa/Nederland. Ja, ze wist dat er nooit Afrikaanse slaven naar Nederland waren gebracht, maar dat vond ze niet zo relevant.
Misschien had ze beter bij haar leest kunnen blijven, in plaats van te proberen met dik Amerikaans hout Nederlandse planken te zagen. Wie er niet van uitgaat dat de VS wettelijk geregelde apartheid heeft gekend, doorlopend tot lang na de afschaffing van de slavernij, en daardoor een extreem gepolariseerde samenleving is geworden die wezenlijk verschilt van de Nederlandse, heeft ten onrechte een aantal klassen overgeslagen.
Mythe
Ook het pseudowetenschappelijk sausje kan niet verhullen dat alleen al haar taalgebruik een schoolvoorbeeld van racisme is. Van het soort dat hier in Suriname gelukkig slechts door de president wordt geventileerd. En een beetje psycholoog weet dat wie kaatst de bal moet verwachten. Dus haar verbazing, in genoemd interview, over de aandacht die haar boek gekregen had, is op z’n minst verdacht. Over onschuld gesproken…
Ondertussen is het kwaad geschied. Als ze nog enig respect voor haar landgenoten – het lijdend voorwerp van haar bespiegelingen – had gehad, had ze allang voor een Nederlandse vertaling gezorgd. Nu kan ze te pas en te onpas haar mantra uitventen dat vier eeuwen kolonialisme zich in de genen van ‘witte Nederlanders en in het bijzonder witte oudere mannen’ hebben genesteld, zodat die arme schapen zich niet bewust zijn van hun racisme jegens ‘de zwarte mens’.
Ondertussen verkondigen volgelingen van diverse pluimage zoals haar collega-antropoloog Sinan Cankaya en de journalist Stuart Rahan haar boodschap als het nieuwe gelijk, waarnaar ze al zo lang op zoek waren. Het reservoir van gefrustreerde, verongelijkte en domweg ongelukkige integranten tegen wil en dank (en hun nazaten) wordt voortdurend aangevuld en is een prima voedingsbodem. En dan worden korte metten gemaakt met mensen in eigen kring, die er wél in slagen bruggen te bouwen.
Zo schreef Patricia Gomes in november 2016 in het maandblad Parbode dat het beleid van de Nederlandse overheid nauwelijks oog heeft voor de problemen van mensen van Surinaamse en Antilliaanse afkomst. En verwijt ze ‘veel Surinaamse sleutelfiguren, intellectuelen en arrivés uit de politiek, cultuur, sport en grapjasserij’ mee te werken aan ‘de mythe dat deze groepen net als de Indo’s helemaal zijn geïntegreerd en gelijk behandeld worden’.
Destructief
Moet er dan helemaal niets worden gedaan aan feitelijke discriminatie op grond van een etnische (dat is volkenkundig bepaalde) afkomst of een raciaal kenmerk?
Als ik hier om me heen kijk en constateer hoe hardnekkig én subtiel allerlei vormen van racisme zijn, ben ik geneigd te zeggen: nee, dat is onbegonnen werk. Het is de gemakkelijkste, door instincten gevoede, manier om anderen te kleineren, diskwalificeren en op stang te jagen. Het ligt in vrijwel elke cultuur opgeslagen, verborgen of niet. En cultuur is, om met Jack Menke te spreken, zo hard als diamant.
Als je geluk hebt, maak je mee dat het slijt, naar gelang de omstandigheden veranderen en de mensen meeveranderen. Het wemelt in dat opzicht van de bemoedigende voorbeelden, dat wel. Als je ze maar wilt zien. Wortel schieten in een vreemd land is nu eenmaal geen kleinigheid. Het vergt veel van jou zelf en je kunt die last niet op anderen afwentelen.
Als je ervoor kiest wel de strijd aan te gaan, zouden nauwkeurigheid en inlevingsvermogen geen kwaad kunnen. Noem man en paard. Let op je woorden. Identificeren bijvoorbeeld is niet hetzelfde als profileren. Generaliseer niet en stigmatiseer niet. Mensen bepalen zelf wel wie en wat ze zijn of willen zijn, in plaats van zich dat door anderen te laten voorschrijven.
Ik hoop dat tot in lengte van dagen iedereen die in Nederland wil wonen, weet waar een gele ster voor staat en het alleen daarom al uit haar of zijn hoofd zal laten andere bevolkingsgroepen dan de hare of zijne met een bepaalde kleur op te zadelen.
Racisme is en blijft iets giftigs, spelen met vuur en per saldo destructief. Wat met vage verdachtmakingen begint kan eindigen met etnische zuivering. Je hoeft het maar één keer in je leven aan den lijve te hebben meegemaakt, dan vergeet je het nooit meer.
Kleurenblind
Bovendien – ik onderstreep het nogmaals – is het ineffectief en uitzichtloos, als je maatschappelijke problemen wilt onderkennen en aanpakken. Haal voor mijn part weer het begrip klasse uit de oude doos en bestudeer hoe eerdere generaties daarmee omgingen. Daar kom je allicht verder mee dan met de paletbenadering, die zoveel mensen nu de gordijnen in jaagt en hen daar laat bungelen bij gebrek aan een beter idee.
De redactie van de Nederlandse internetkrant de Correspondent proclameerde in december, van haar zelfgemaakte kansel, dat kleurenblindheid ‘geen optie’ is. Ik zou daaraan willen toevoegen: ‘maar een opgave’. Inderdaad, geen lichte taak en ook niet bepaald een heldhaftige klus. Geen schijnwerper zal op je worden gericht en je bereikt het doel misschien nooit helemáál. Maar ik heb ervoor getekend.