Suriname staat op een belangrijk kruispunt in zijn geschiedenis. De huidige economische crisis markeert het einde van een tijdperk. We moeten nu heldere keuzes maken. Als we namelijk het roer niet drastisch omgooien, zijn we straks helemáál in de aap gelogeerd.
Dat was de strekking van de rede, die Daniël Lachman (1979) de afgelopen week afstak tijdens de 48steviering van de geboortedag (Dies natalis) van de Anton de Kom-universiteit van Suriname (AdeKUS). Lachman is een allround academicus en op het ogenblik directeur van het Institute for Graduate Studies and Research van de AdeKUS.
Lachman had het over Suriname 1.0 en Suriname 2.0. In het ene, eerste, tijdperk waren plantages de economische basis van het land. In het andere de winning van grondstoffen voor de export, eerst vooral bauxiet en later ook olie, goud en hout. Nu, anno 2016, is volgens hem Suriname 3.0 aan de orde, wat neerkomt op een totale omschakeling – transitie is zijn favoriete aanduiding – op andere bronnen van inkomsten.
Je komt namelijk vroeg of laat van een koude kermis thuis, als je volstaat met de verkoop van ruwe grondstoffen aan anderen zonder er zelf meer uit te halen. Wat dat betreft is Suriname natuurlijk niet uniek. Het stikt van de landen die slapende rijk dachten te worden van hun grondstoffen en op hun neus keken, toen de voorraden opraakten en ze niets achter de hand hadden. Denk maar eens aan Nederland met zijn aardgas.
Lachman schetst met zijn Suriname 3.0 de contouren van een economie die op een andere leest geschoeid is. Daarin staan centraal: geplande verstedelijking met nieuwe werkgelegenheid rondom het Brokopondostuwmeer, een nieuw waterkrachtproject (Tapajai) ten zuiden van dat meer, een nieuw centrum voor luchtverbindingen bij Atjoni, betere verbindingen over land met Frans Guyana en herinrichting van de unieke haven voor zeeschepen landinwaarts aan de Surinamerivier(Paranam), die ooit werd aangelegd in verband met de bauxietwinning maar nu niet veel meer om handen heeft.
Voor een groot deel zijn dat bestaande plannen. Hoofdzaak is dat Lachman een keuze maakt, knopen doorhakt en de aanzet geeft tot een nieuw perspectief. De regering zit namelijk met de handen in het haar en zwalkt , met de waan de dag als kompas, van het een naar het ander. Zo klampt ze zich bijvoorbeeld vast aan elk signaal dat de goudprijs weer in de lift zit, als een junk die maar niet wil afkicken. En ook staat wekelijks wel iemand op, die zijn geloof belijdt in het potentieel van Suriname als de voedselschuur en dorstlesser (export van zoet water!) voor de hele Caribische regio.
Lachman kent overigens zijn pappenheimers in en buiten de politiek maar al te goed. Vandaar dat hij het motto voor zijn rede had ontleend aan Keynes: “The problem lies not with the new ideas, but in escaping the old ones.”