“Onze reporters komen bij u terug, als en wanneer er iets te melden valt.” Aldus wordt de rubriek met binnen- en buitenlands nieuws van een goed beluisterd radiostation in Suriname dagelijks een aantal keren afgesloten. Het station profileert zich zelfs als dé actualiteitenzender van het land. Met andere woorden: wij staan dag en nacht voor u klaar om u te vertellen wat u moet weten over ons land en de wereld.
Hoe vaak is die boodschap bij mij het ene oor in en het andere uitgegaan, zonder dat ik me er vragen bij stelde?! Maar onlangs was ik toch zo ver. Klaarblijkelijk moest ik eerst de Surinaamse journalistiek grondig leren kennen en nieuwe, op de specifieke omstandigheden in het land afgestemde, maatstaven vinden om het kaf van het koren te scheiden.
Eindelijk viel het kwartje en besefte ik dat ze op dat station helemáál niet klaar staan om ons zo goed en zo snel mogelijk te informeren. En elders evenmin. Integendeel, het interesseert hen geen reet wat er in de traditionele massamedia aan ‘actualiteiten’ wordt gepresenteerd, hoe en met welke resultaten of gevolgen.
De hoofdvraag voor mediawerkers en hun bazen is dat er programma’s en bladzijden worden gevuld met woorden en beelden, want anders blijven de adverteerders en sponsors weg en kunnen ze de tent wel sluiten. Deugdelijke verdienmodellen met betalende leden, abonnees e.d. zijn er niet en de bedragen in de losse verloop van de dagbladen liggen nog lager dan de kosten van wc-papier.
Het eigen voort bestaan van het bedrijf en de werkgelegenheid van de medewerkers zijn toonaangevend, de kwaliteit van de journalistiek is bijzaak. Dus kiest men – de goeden niet te na gesproken – voor de weg van de minste weerstand: persberichten klakkeloos overschrijven, geen eigen specialisten in bijv. buitenlandse zaken, geen correspondenten en correctoren, geen gedegen onderzoek, geen reportages op lokatie, jat- en graaiwerk uit buitenlandse bronnen zonder enige duiding, afwezigheid van informatie waar bedrijven aanstoot aan zouden kunnen nemen en zo voort.
En dan heb ik het alleen over – zeg maar voor het gemak – onafhankelijke media. Extra schrijnend is dat de politiek, door de scheidslijnen heen, zich aan het reilen en zeilen van die media volstrekt niets gelegen laat liggen. Terwijl, met name onder het huidige bewind, kapitalen worden uitgegeven aan instituten, kanalen en programma’s om de kiezers gunstig te stemmen dan wel een rad voor ogen te draaien. Dit laatste heeft trouwens ook gevolgen voor de reguliere journalistiek, rechtstreeks vanwege de desinformatie uit die hoek en indirect omdat de arbeidsvoorwaarden daar gunstiger zijn dan in de particuliere sector.
Misschien is de grootste makke van de Surinaamse journalistiek wel het gebrek aan ambitie en, in nauwe samenhang daarmee, aan eergevoel. Gewoon: de liefde en het respect voor het eigen vak!
Dat blijkt alleen al uit het gemak waarmee journalisten zich lenen voor commerciële doelen en belangen. De voorbeelden zijn legio. Maar toen de presentator van een nieuwsprogramma op de radio, een van de weinige collega’s die ik nog serieus kan nemen, afgelopen vrijdag een medewerker van de Nederlandse ambassade schaamteloos het lijstje sponsors van diens Koningsdagfeestje liet opdreunen, was het toch wel even slikken.
0 reacties