Wie gewend is de Boulevard van Bonaire af te lopen richting Karel’s Beach Bar zal binnenkort lelijk op zijn neus kijken, als op de plek waar voorheen de baai schaamteloos schitterde in de zon plotseling niet meer wordt geflaneerd of anderszins gechild, maar een bouwput de doorgang belemmert en horen en zien je vergaat. Bij het hek en op de schutting staat geschreven Seaview Boutiqe Hotel.
Wie zal zich dan nog herinneren dat op de hoek van het pleintje schuin tegenover de pier, die als de linkerschaar van een krab de baai in stak, een onopvallend bordje bevestigd was met de naam Zeezicht? Afkomstig, zo leek het, van een villa in een oude badplaats aan de Noordzee. Maar hier de benaming van een rustig restaurant, vol reminiscenties aan de zee en de reputatie van het eiland als centrum van scheepsbouwers en vissers.
Je moet thuis zijn in dit ‘openbaar lichaam’ van het Koninkrijk om te weten dat het restaurant een zakelijk geheel vormt met genoemde pier en dat het deel uitmaakt van het onroerend goed van een familie, die onder de naam Abraham in het collectief geheugen van het eiland gegrift staat. De oorsprong van die familie is een landverhuizer uit Libanon, Julian Abraham (1870-1931), die zich uiteindelijk – na tussenlandingen in New York en op Curacao – in 1921 vestigde op Bonaire.
In Julians dynastie voeren mannen de boventoon, maar één vrouw heeft zich een eigen weg gebaand. Sinds ze – als jonge weduwe met drie kinderen – de familie toestemming vroeg om het pand op de hoek van het pleintje te exploiteren voor haar eigen levensonderhoud. Ja, dat mocht bij de gratie Gods en het ging haar zo goed af dat ze kon sparen en denken aan uitbreiding.
Ze pakte het groots aan en liet ook het oog vallen op de ruimte vóór haar deur, in de baai. Maar hoe mooier de plannen, zelfs van gerenommeerde buitenlandse architecten, hoe meer tegenwerking ze ondervond zowel binnen als buiten de familie. Pas in de tweede helft van de jaren tachtig, toen ze haar toevlucht maar eens hogerop had gezocht, bij de centrale regering in Willemstad, lukte het een onderdeel van de plannen te verwezenlijken. Dat was die ene pier. De uitvoering van de rest raakte echter in het slop. Tot in 2008…
De pier was ernstig beschadigd door de orkaan Omar en de familie deed een beroep op een kleinzoon van haar, die zijn ouders weloverwogen naar Nederland hadden laten gaan voor een studie werktuigbouwkunde in Delft. De jonge man liet zich overhalen en kreeg zelfs betaald verlof van zijn werkgever, omdat die erop rekende dat zijn zeer gewaardeerde medewerker spoedig zou terugkeren.
Tijdens de herstelwerkzaamheden kwam de kleinzoon de veelomvattende plannen van vroeger tegen. Toen hij nog geboren moest worden! Naarmate hij daar dieper indook, groeide het idee dat hij zou kunnen afmaken waar Oma mee begonnen was. Te meer omdat zij zich in zijn ogen had ontpopt als een geboren ondernemer die haar tijd vooruit was.
De behoefte aan een middelgroot stadshotel van internationale klasse had ze goed ingeschat. Er was inmiddels wel iets bijgekomen in dat segment van de markt, maar volstrekt onvoldoende. Bovendien was er, besefte hij, maar één plek in heel Kralendijk die werkelijk veiligheid uitstraalde en dat was dit deel van de boulevard. En als je de winkels meerekende die uitdrukkelijk in het geheel waren opgenomen, was het alleszins waarschijnlijk dat het geplande hotel in de smaak zou vallen bij zowel vakantiegangers als zakenmensen.
Wat de kleinzoon ook van zijn grootmoeder leerde was een bepaalde manier van werken, zowel in financieel opzicht als wat de omgang met mensen betreft. Zijn stelregel is nu niet voor niets dat je op dit eiland als ondernemer alleen iets voor elkaar kunt krijgen, als je heel veel geduld hebt.
Stap voor stap is hij de afgelopen jaren verder gegaan met onderhandelingen en aanvullend onderzoek, zodat het Seaview Hotel zijn ziel en zaligheid geworden is en Oma (nu 85) ervan op aankan dat het alsnog werkelijkheid zal worden. De werkgever in Nederland heeft hij helaas moeten teleurstellen.
Het afgelopen jaar zijn de laatste vergunningen verleend. Er zal in twee fasen worden gebouwd: eerst op de begane grond, waar de winkels en overige bedrijfsruimte zich bevinden, en vervolgens daarboven een gebouw van vier verdiepingen. Met in totaal 80 kamers in drie klassen, naar schatting variërend van 115 tot 240 dollar per dag. Prioriteit heeft op het ogenblik de keus uit drie aannemers, die een offerte hebben gedaan voor het werk op de begane grond. Die fase moet in anderhalf jaar worden afgerond.
In januari gaat de eerste spa de grond in. IJs en weder dienende.
0 reacties