Gespannen als een veer schiet de man vooruit naar de vrijgekomen instapbalie, paspoort in de hand en telefoon op zak. Gisteren heeft hij zich als een hond laten wegsturen. Dat zal hem  niet wéér overkomen.

“Ik heb al online ingecheckt, maar nog niets uitgeprint,” is zijn openingszet. 

De blauwe vrouw achter het plexiglas ziet op haar scherm dat de man de vorige vlucht heeft gemist en is omgeboekt naar vandaag. Hij haast zich uit te leggen dat haar collega geen genoegen nam met de mededeling dat hij op de plaats van bestemming woonachtig is en daar al in maart twee keer het vaccin van een gerenommeerd merk heeft laten inspuiten. En dat hij bovendien in een PCR-test op de dag van vertrek náár Schiphol, ruim drie weken geleden, negatief bevonden was.

“Hebt u zich inmiddels wèl laten testen?” vraagt de vrouw met  stemverheffing en een blik op de popelende medereizigers die de man achter zich weet.

Hij grijpt naar zijn telefoon, zoekt de mail van Test2fly en schuift het apparaat onder het glas door, mèt een printje van de informatiebalie waarop onderhavige test geel is ingekleurd.

“Volgens uw collega is dit de enige eis was waaraan ik nog moest voldoen om op deze vlucht te worden toegelaten,” zegt hij even nadrukkelijk.

De vrouw vraagt of hij bagage wil afgeven. Opgelucht plant hij een grote legergroene tas naast haar op de transportband, maar voordat ze daar een label aan hangt, informeert ze naar ‘de gezondheidsverklaring’.

Inderdaad, daar heeft hij wel wat over gelezen in een mail over inreisvereisten. Maar dat leek hem slechts van toepassing op toeristen. Die staan natuurlijk niet op het eiland ingeschreven.

“Nee,” zegt de vrouw, ”alle reizigers die daarheen willen moeten vóór hun vertrek een formulier van de lokale autoriteiten downloaden, invullen en ondertekenen.”

“Maar ik sta toch in hun administratie, zij hebben me gevaccineerd,” probeert de man nog. Maar de vrouw is niet te vermurwen en schrijft op een papiertje de naam van de site, waar hij het formulier kan vinden. “Als u dat hebt ingevuld, komt u maar weer terug. Neemt u wel uw bagage mee?”

Hij kijkt niet meer op of om en vindt met moeite, in een lege uithoek, een paar stoelen. Maar wat hij ook googelt, de aangewezen site komt niet voor de dag.

“In dit gedeelte heb je vaak geen verbinding,” antwoordt een stugge medewerker van security. Veel verder komt hij niet en al weet de man dat hij het hoofd koel moet houden, het zweet houdt hij niet tegen.

Godzijdank komt er nu een blauwe vrouw zijn kant op. Kordate passen en het geluid van hakken op marmer. Ze schijnt hem ook in de peiling te hebben, want ze wijzigt haar koers. Maar komt nu in de buurt van het uniform met security, zodat ze niet met goed fatsoen de roep om aandacht van de man bij de stoelen kan negeren. 

“Dus u hebt een smartphone en u weet niet hoe u daarmee om moet gaan,” is haar eerste commentaar. 

De man doet of zijn neus bloedt en de tegenwerping dat zij echt niet weet hoe zijn samsung werkt, slaat hij ook in de wind. Een wildvreemde ervan overtuigen dat ze een plekje in de hemel kan  verdienen door hem een handje te helpen, is een kolfje naar zijn hand. Tot het haar begint te dagen dat ze hiermee haar hand overspeelt en wel eens op het matje kon worden geroepen. 

“U kunt toch, denk ik, het beste alsnog dit formulier invullen, maar of ze u dan gaan meenemen… Daar gaat de vluchtleiding over. Als u even wacht.”

Ze verwijdert zich en blijft buiten gehoorsafstand staan om te bellen. Enkele minuten later verschijnt in de verte opnieuw een vrouw van het type waar zijn vervoerder sinds mensenheugenis patent op heeft. Nog blauwer en een kop groter. Gezamenlijk komen ze zijn kant op. 

De kennismaking is een schot in de roos, na regen komt zonneschijn. Alsof ze in de coulissen heeft zitten wachten, tot ze werd geroepen en aan hem gekoppeld. Haar hoeft de man niets uit te leggen, ze weet wat ze moet doen. 

“Eerst dat formulier. Hebt u alles bij de hand?”

Zijn telefoon komt er niet aan te pas. Hij dicteert, zij voert alles in op haar tablet. Wat hij niet precies weet, mag hij uit zijn duim zuigen. De handtekening lijkt nergens op, maar ook daar maakt ze geen punt van. Hoofdzaak is dat het formulier zo snel mogelijk bij de afzender terechtkomt. Het is zaterdag, maar met een beetje geluk komt er een automatische  bevestiging van ontvangst. Dan kan hij daar altijd naar verwijzen.

”Laat me nog even iemand bellen,” zegt ze ten slotte.

Hij loopt discreet de andere kant op, maar zorgt dat hij haar stem blijft horen. De opgewekte woordenwisseling op het eind neemt zijn laatste twijfels weg. 

“Ja hoor, ik heb groen licht. U kunt naar huis, vandaag!” 

Hoogstpersoonlijk begeleidt ze hem naar een rij balies, waar geen passagiers meer te wachten staan. Ze geeft orders en voert voor hem het woord. Elke nieuwe hindernis, narigheid of ongemak moet hem worden bespaard. 

De enige frustratie die de man er, waarschijnlijk, aan overhoudt is dat hij heeft verzuimd haar het kapje van het gezicht te rukken en om de hals te vallen.

Categorieën: Blog post

2 reacties

Romeo · 16 juni 2021 op 12:48 am

Wat een heerlijk verhaal ;). Dat spontaan om de hals vallen zit er helaas niet meer in voor “de man “. En volgens mij is dit altijd tot het domein gebleven van “in gedachten kan alles”. Daarbuiten in die context was de hals van blauwe vrouwen altijd ongewenst intiem gebied, “Meneertje” ! 😉

    Theo Ruyter · 16 juni 2021 op 6:14 pm

    Ik zie me dat nog wel doen, hoor! Ook in deze tijd. Maar daar is energie voor nodig en op dat moment was ik helemaal leeg. Wat bedoel je overigens met ‘altijd ongewenst intiem’, vanuit jouw perspectief of dat van de blauwe vrouw?

Geef een reactie

Avatar plaatshouder

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *