Met een vrolijk gezicht nam hij de felicitaties in ontvangst. De vader van een pas geboren tweeling. Hij was met de auto langsgekomen bij mijn gastvrouw, om het cadeautje af te halen.

Zij ging even naar binnen en hij kwam bij mij zitten, op het terras. Ik had hem niet eerder ontmoet, schatte hem tussen de dertig en veertig jaar oud en wist niet zo goed, wat ik het eerst kon vragen. En vooral hoe.

“Zijn dit … Ik bedoel, hoeveel …,” stamelde ik.

De lach op zijn gezicht veranderde in een vraagteken.

“Hoeveel kinderen heb je nu, deze twee inbegrepen?” voegde ik er snel aan toe.

Dat zette hem aan het denken.

Ik wachtte geduldig.

“Zestien,” antwoordde hij tenslotte. Ja, dat wist hij zeker.

Daar had ik niet van terug.

“Dan moet u wel veel geld verdienen, wat voor werk doet u?” opperde ik. Bij gebrek aan een beter idee.

“Ik ben elektricien.”

De gastvrouw was al weer terug en nam het gesprek over.

 

Het dorp waar de man woont en werkt, ligt aan de bovenloop van de Suriname, in het district Sipaliwini. Met het weg- en bootvervoer gauw een uur of zes reizen.

Er is voor hem al een tijdje, afgezien van het gebruikelijk onderhoud,  niet zoveel werk, omdat het dorp verstoken is van stroom. De aanvoer van diesel voor de generatoren, die de regering in de stad had toegezegd, is namelijk kort na de verkiezingen weer gestokt.

Overigens heeft een andere dorpsbewoner, eigenaar van de grote winkel bij het voetbalveld waar hangjongeren graag vertoeven, onlangs onder vier ogen laten doorschemeren dat voor hem vier – twee jongens en twee meisjes – wel genoeg is.

Een precedent!

Categorieën: Blog post