Het zal weinigen zijn opgevallen, want de krant (NRC) had er veel doekjes om gewonden. Alsof ze zich eigenlijk diep schaamden en lang hadden geaarzeld om ermee voor de dag te komen. Maar het stond er wel degelijk, in het Vooraan van  de kersteditie naast de lofprijzing van een columnist over premier Rutte: 

in Nederland is nooit fundamenteel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar directe verbanden tussen het slavernijverleden en hedendaagse ongelijkheid en racisme

Niet dat de twee auteurs van het openingsartikel Hoe de slavernij doorwerkt in het heden zelf die ontdekking hadden gedaan in het kader van gedegen journalistiek onderzoek, zoals het een kwaliteitskrant betaamt. Nee, het was een vaststelling van gezaghebbende zijde, te weten een emeritus hoogleraar van de Erasmus Universiteit met als leerstoel Caribische geschiedenis. 

Me dunkt een opvatting met veel nieuwswaarde, gehoord de recente officiële excuses voor het slavernijverleden waarin de premier – zoals de twee verslaggevers benadrukten – maar liefst vijf keer had gewaagd van ‘de doorwerking in het heden’. Dus dan verwacht je als lezer de vraag aan de professor hoe dat zo is gekomen, wat hij in zijn lange loopbaan zelf dan wèl heeft gedaan en zo voort. Maar daar is geen sprake van. Professor Van Stipriaan krijgt van de heren Niemantsverdriet en Verlaan niet alleen alle ruimte om zijn straatje schoon te vegen, maar wordt ook serieus genomen als selfmade psycholoog die het menselijk bewustzijn en tegenstellingen tussen bevolkingsgroepen in diverse werelddelen kan duiden en – geheel naar Amerikaans voorbeeld en conform het discours van de Dialooggroep Slavernijverleden – de canonieke zwart-witsimplificatie kracht bijzetten. 

In weerwil van de lead van het artikel met de expliciete vragen Wat is dat eigenlijk (het concept doorwerking) en Hoe kan het worden onderzocht, behelst het artikel feitelijk van de eerste tot de laatste zin een apologie van het geloof in een bepaalde doorwerking, met racisme als schering en de tweedeling dader-slachtoffer als inslag. Van Stipriaan geeft de toon aan en instemmende bijrollen zijn weggelegd voor een docent Sociale en Demografische Geschiedenis aan de Radboud Universiteit (Van Galen), een buitengewoon hoogleraar Cultuur, Gemeenschap en Geschiedenis aan de Universiteit  van Curaçao (Allen) en de Nederlandse psychiater Helberg. 

Wie de twee boodschappers nog het voordeel van de twijfel mocht willen geven, wordt uit de droom geholpen door de foto van twee winters geklede demonstranten op de Dam waarmee hun belijdenis is verlucht. Een van de twee dames houdt namelijk een handgeschreven tekst hoog: De “pijnen”, “verdriet” en vernederingen van de tot slaaf gemaakten zitten in de “genen” van hun “nazaten”!!!  Niet zo zeer omdat het verband tussen gevoelens en genen nogal omstreden is als wel omdat NRC  niet beter zijn eigen subjectieve rol in het publieke debat had kunnen illustreren. 

Acht jaar geleden, toen ik me als landverhuizer in Suriname had gevestigd en me liet bijscholen in postkoloniale zaken,  raakte ik er meer dan ooit van doordrongen dat discriminatie op grond van huidskleur de meest heikele schending is van al waar artikel 1 van de grondwet van ons koninkrijk over gaat.  Wie zich daaraan schuldig maakt, riskeert pas echt dat de doos van Pandora open gaat. 

Maar dat besef is geen vanzelfsprekendheid en schijnt telkens weer opnieuw te moeten groeien of worden opgewekt. Zo heb ik de afgelopen jaren van gene zijde met lede ogen aangezien, hoe in Nederland jongeren zich keerden tegen boomers met hun multicultureel gedoe en in navolging van zelfbenoemde anti-racisten in The States juist dat type discriminatie weer nieuw leven inbliezen. Anton de Kom moet zich vaak in zijn graf hebben omgedraaid, want van klassenstrijd en internationale solidariteit hadden die gezamenlijk volstrekt geen kaas gegeten.  

Het kerstartikel in NRC weerspiegelt hoe politici en media zich de afgelopen jaren op sleeptouw hebben laten nemen door een minderheidsgroep in het zo gezegd Surinaamse en Antilliaanse volksdeel – ook wel op een hoop gegooid als ‘diaspora’ – die het slavernijverleden zag als verdienmodel en niet de minste neiging heeft de hand in eigen boezem te steken. De koplopers 

daarvan zijn allang binnen, maar succes smaakt naar meer en dan moet je de druk op de ketel houden. 

De kans lijkt me dan ook zeer gering dat alsnog serieus en effectief onderzoek naar die ‘doorwerking’ van de grond komt. Te veel mensen hebben boter op hun hoofd en zitten daar niet op te wachten. Bovendien is het er de tijd niet naar. Ook hier in de polder geeft identiteitspolitiek de toon aan en bepaalt de kuddegeest van sociale media hoe we ons tot deze wereld  moeten verhouden.  

Als nu dan zelfs de langst zittende premier van het land zich geroepen acht de wartaal van nep-antiracisten te bezigen, kun  je nog slechts hopen dat vroeg of laat gezond verstand wèl kans maakt. 

Categorieën: Blog post

4 reacties

Karel · 13 januari 2023 op 1:34 pm

Sterk verhaal Theo. Veel wordt na-geroepen, zonder enige onderbouwing. Veel is op gevoel, dat soms waar is, maar even zomaar onwaar.

    Theo Ruyter · 15 januari 2023 op 12:26 pm

    Nu ik er midden in zit en niet meer de beste stuurman aan de wal ben, zinkt de moed me vaker in de schoenen. Bijv. wanneer ik de column van Goslinga in Trouw/de Verdieping van gisteren lees. Maar dan ben jij er gelukkig ook nog!

Cor · 14 januari 2023 op 10:08 pm

Goed vastgesteld, Theo.

    Theo Ruyter · 15 januari 2023 op 12:29 pm

    Dank je wel, Cor!
    (Was weer een zware bevalling.)

Geef een reactie

Avatar plaatshouder

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *