Naar je lichaam luisteren spreekt me wel aan. Het is vaak gemakkelijker gezegd dan gedaan, maar met een beetje doorzettingsvermogen kom je al een heel eind. En dat ligt ook voor de hand, lijkt me, als je ervan uitgaat dat jij en je lichaam van nature elkaars bondgenoten zijn.
Een heel ander verhaal is luisteren naar het leven, in de betekenis van wat er dagelijks zoal op je afkomt. Wat dat betreft ben ik de laatste tijd – onvervalst – gloeiend op m’n bek gegaan. Misschien ben ik te vaak goed weggekomen met een combinatie van wilskracht en zelfoverschatting, in ieder geval pakte die deze keer volkomen verkeerd uit. Alsof het leven per se niet wilde wat ik wilde en de wereld had gemobiliseerd om me te dwarsbomen.
Het ging om een besluit omstreeks de voorlaatste jaarwisseling (21-22), waar ik met vallen en opstaan naar toe was gegroeid en me volledig voor wilde inzetten. Ergens in de zomer zou ik me op Bonaire laten uitschrijven, een tussenstop maken in Europees Nederland voor de scheepsbagage en om andere praktische redenen en dan uitkijken naar een nieuwe woonplaats in Spanje, zodat ik in het najaar weer onder de pannen zou zijn.
Het eerste roet in ’t eten was een operatie, waarop ik zelf had aangestuurd om nog vóór mijn vertrek van het eiland werk te maken van een sinds 2019 slepende oogaandoening. Niet alleen leverde die operatie, in een ziekenhuis op Aruba, ronduit traumatische ervaringen op. Ook was de nazorg, terug op Bonaire, van dien aard dat ik nog verder van huis geraakte en me slechts de hoop restte dat ‘ze’ daar in Nederland wel raad mee zouden weten.
Dit laatste werd na mijn aankomst, eind juni, bliksemsnel de grond ingeboord op het niveau van opticiens en orthoptisten en toen ik na geruime tijd – als passant had ik nauwelijks toegang tot wat voor zorg dan ook – eindelijk bij een volwaardige oogarts was beland, kwam die – gezien het tijdstip van de operatie op Aruba (5 mei) – niet verder dan de suggestie dat ik het maar een jaartje moest aanzien.
Ondertussen was ik begin augustus alsnog te grazen genomen door hét virus, waartegen ik me op Bonaire met succes had laten inenten. Maar dat had me er niet van weerhouden een busreis naar Spanje te boeken om ter plaatse diverse mogelijkheden tegen elkaar af te wegen. Na terugkeer in Nederland moest ik uitwijken naar een andere gemeente, waar ik eind september – voor het eerst – kans zag af te spreken met een huisarts, voor overleg over de medische kanten van mijn toekomstplannen.
Bij die gelegenheid kwam terloops een andere aandoening ter sprake, waar ik al geruime tijd last van had en die me ook in Spanje parten speelde, te weten incidenteel bloedverlies bij en los van de stoelgang. De arts was daar direct duidelijk over: gezien mijn leeftijd kon ik daar beter niet maanden mee blijven rondlopen. Te meer omdat er een verband zou kunnen bestaan met de bestraling die ik eind 2019, begin 2020 had ondergaan in een ziekenhuis in Bogotá, in het kader van de behandeling van niet uitgezaaide prostaatkanker.
Hoewel ik me niet onmiddellijk gewonnen gaf, besefte ik wel dat ik dit serieus moest nemen en zo belandde ik in de tweede week van december voor een (poliklinisch) darmkijkonderzoek in een ziekenhuis in Alkmaar. Uiteraard zeer benieuwd naar de uitslag, maar dat juist die aandoening me de das om zou doen, zag ik niet aankomen.
Voor de nasleep van het kijkonderzoek verwijs ik graag naar een eerder stuk op deze site onder de titel De aap uit de mouw, in de sectie Achtergronden.
Hoofdzaak is dat ik me te snel met een kluitje in het riet heb laten sturen en te lang in mijn eentje heb aangemodderd, zonder te beseffen dat ik door het aanhoudend bloedverlies volkomen – zowel fysiek als mentaal – uit het lood werd geslagen. Met de kanttekening dat de integratie tegen wil en dank in het hedendaagse Nederland me niet in de koude kleren was gaan zitten.
Nu het ernaar uitziet dat mijn ziekenhuisopname in de tweede week van maart blijvend resultaat heeft opgeleverd, voel ik me van dag tot dag meer geroepen mijn verlies te nemen, dat wil zeggen te aanvaarden dat het leven me heeft afgetroefd en de toon zette voor een nieuwe fase. Maar ook gemotiveerd om zelf bakens te verzetten en die fase een eigen kleur te geven.
Het eerste piketpaaltje dat ik sloeg, toen ook op Bonaire de hang naar nieuwe vergezichten me te machtig werd, was het behoud van mijn webstek. Wie me destijds – in Suriname – op het idee hadden gebracht en hadden geholpen bij de vormgeving was ik nog altijd oprecht dankbaar. Met die site had ik de ideale formule te pakken: me naar hartelust in mijn favoriete taal uitdrukken èn het resultaat met anderen delen.
Ik meende ook dat ik met recht de naam van de site zou kunnen handhaven, zolang ik maar het ene ‘buitenland’ verwisselde voor het andere. Maar daar ben ik de laatste tijd anders over gaan denken. Schrijven is belangrijker dan mijn politieke identiteit en dat ik door overmacht voorlopig in Nederland blijf, is een gegeven. Dus laat me ook met die site een nieuwe weg inslaan door op een andere manier naar mezelf te kijken. Wie ben ik hier en nu, wat wil en kan ik nog?
Zo is de naam De Watertrappelaar ontstaan. Met dank aan mijn onderbewustzijn, waarin de naam lag opgesloten van de eerste vereniging waar mijn ouders die nooit hadden leren zwemmen me lid van maakten, als kleuter.
De nieuwe site https://dewatertrappelaar.blog komt binnenkort online. Abonnees en andere bezoekers van www.deluchtvluchteling.com zullen nog ten minste tot 1 juni worden doorverwezen.
0 reacties