In het land van de simpele zielen heeft de misdaad vrij spel.
Dat is de laatste tijd weer zo klaar als een klontje en deze week, na de stilte van Pasen, ‘meer dan ooit’.
Om te beginnen haalde, op dinsdagmorgen, een van onze vier dagbladen weer eens de ‘narcostaat’ uit de mottenballen. Naar aanleiding van een aantal recente drugsvangsten en met name een rapport van het nogal vage Amerikaanse bureau Centre for a Secure Free Society (SFS), waarin Suriname ruim een maand geleden werd neergezet als een criminele staat.
Normaal gesproken zou zo’n rapport zijn genegeerd of in een van de talloze doofpotten gesmoord. Maar omdat de publiciteit deze keer aanhield en ook de naam van de goudmultinational Kaloti als haar partner op het spel stond, had de regering – de Sterke Man Hoefdraad van financiën voorop – gedreigd met ‘topadvocaten’ en rechtszaken…
Die zelfde dinsdag werden de acties tegen het regeringsbeleid hervat. Die waren in het begin van de maand op gang gekomen met als hoofddoel het terugdraaien van een verhoging van de prijzen van brandstoffen. Vervolgens had het verzet zich in snel tempo verbreed en al vóór Pasen tot massabetogingen geleid. Maar die hadden, afgezien van de zoveelste poging van de president om verdeeldheid te zaaien, niets opgeleverd.
Deze keer was het belangrijkste resultaat een staaltje machtsvertoon van de Mobiele Eenheid. Want opeens ging het publieke debat – in de media en op straat – niet meer over vakbondseisen, laat staan het aftreden van de regering, maar over het brute politieoptreden. Dat zoiets – de arrestatie met harde hand van vier mensen, voor enkele uren – in dit land kon plaatsvinden, was ongehoord.
Terwijl de dyugudyugu over de openbare orde nog wegebde, ging op woensdag de 53ste Avondvierdaagse van start met een recordaantal (4000) deelnemers. De hoofdsponsor had zich op het laatste nippertje teruggetrokken vanwege ‘de precaire situatie’ in het land, maar dat mocht de pret niet drukken. Huizen gingen wijd open zoals tijdens het jaarlijks carnaval in het zuiden van Nederland, auto’s werden volgeladen met eten, drank en mensen en geparkeerd op een willekeurig plekje aan de route, de politie zorgde voor de rest.
En op de tweede dag van de loop, gisteren, werd vanuit het voormalige vader- en moederland een – uiteraard goed geplande – schep bijgedragen aan de feestvreugde in de vorm van de première van Tuintje in mijn hart, in een bioscopencomplex aan de rand van de stad. Entrée voor niet-genodigden: honderd Surinaamse dollar pp.
Het afgelopen jaar was het contrast al schrijnend, toen hier – weken lang – opnamen voor de film plaatsvonden. Nu is het helemaal dansen op de rand van de vulkaan.
Het is maar wat je wilt zien: het tuintje, dat vele mensen die in Suriname geboren zijn blijven koesteren, al zijn ze het land allang ontvlucht en ontgroeid, of de augiasstal die opeenvolgende regeringen van de ‘onfhankelijke’ staat ervan hebben gemaakt.
“We hebben de producenten van de film meegenomen naar de mooiste plaatsen in het hele land,” juichte een touroperator deze week op de radio. Dus mogen wij ons hier nu ook vergapen aan Jörgen Raymann en andere sterren van overzee in een aards paradijs, dat zich ergens moet bevinden maar God weet waar.
Vraag ze overigens niet, de helden van de Showbizz van wie we hier elke scheet te horen krijgen, wie die stal zou moeten én kunnen uitmesten. Want dat hebben ze, tussen de bedrijven door, wel geleerd: mi no de, mijn naam is haas.