Ook voor de luchtvluchteling, van de gelijknamige website, kwam Corona dit jaar als een donderslag bij heldere hemel. Zo zat hij half maart, op een terras pal achter de haven temidden van een verse lading cruisetoeristen, rustig bij te praten met de oppositieleider in de raad, zo was opeens de staat van beleg afgekondigd en stond gezaghebber Rijna op de voorplecht van zijn Metal Shark midden in de baai om de ene oceaanreus na de andere het aanmeren te beletten.

Een vreemde ziekte die zich, als een ongeleid én in kracht toenemend projectiel, vanuit China via Europa ook richting Zuid-Amerika bewoog. In een gewoon land kon je daar misschien voor weglopen, maar wat moest je op een eiland als dit? 

Al met al kon hij terugkijkend op zijn leven best tevreden zijn. Een fijne  jeugd in een provinciale hoofdstad, toen Nederland zich oprichtte uit ‘de oorlog’ en alles alleen maar beter kon worden. Geen vetpot, maar veel hoop en liefde. In de eerste 45 jaar van zijn leven slechts twee waarachtig traumatische gebeurtenissen, ervaringen dus die een leven lang dwars blijven zitten. Voor de rest een processie van zegeningen en tegenslagen met als hoofdzaken geen materieel gebrek, schoonheid, een goede gezondheid, vriendschappen te over én de sensatie van het ouderschap.

In het kader van de persoonlijke afschaling, waar ieder mens vroeg of laat aan moet geloven, zes jaar geleden naar Suriname uitgeweken voor een leven in bonustijd. Hard gewerkt, veel geleerd, de grootste gewetensknoop ooit doorgehakt en uiteindelijk, in een opwelling van gemakzucht, bezweken voor de lokroep van een turkooizen zee en de behoefte zich elders minder vreemdeling te voelen. Een resort in Belnem verschafte de nodige zielenrust en werd uitvalsbasis voor de zoveelste poging zich een plekje op aarde eigen te maken. Onwetend van de lichamelijke ongemakken die hem al het eerste jaar zouden kwellen… In januari van dit jaar, genezen van het grootste euvel, vanuit Bogotá teruggekeerd op Bonaire. Uithuilen en opnieuw beginnen. 

Rijna kreeg de kans van zijn leven. De machthebbers aan de Noordzee  hadden genoeg te stellen met zichzelf, de drie openbare lichamen in de West mochten het zelf uitzoeken. Zijn herbenoeming was sowieso in kannen en kruiken. Wie maakte hem wat? 

Hoe vaak had hij daar niet over gefantaseerd: zijn bevoegdheden en mogelijkheden in tijden van nood. Hij kon – nota bene – zelf het moment bepalen waarop hij van gezag- tevens machthebber werd. Finies kwam het eerst in dat stuk voor. De gedroomde adjudant, zoals ook Don Quichot beschikte over een nimmer versagende schildknaap. Samen zouden ze de Plv. RV met aanhang vergezellen naar het vliegveld, waar volgens de protocollen een speciaal vliegtuig klaarstond voor evacuatie van de hoogste makamba’s. Een kwestie van twee vliegen in één klap: de nood het hoofd bieden en hun het heft uit handen nemen. 

In dit geval, de uitbraak van een pandemie, viel niet te twisten over de ratio. Als hij het goed speelde, bleef het eiland virusvrij en dankten ze hem op hun blote knieën dat hij dit varkentje voor hen gewassen had.  Het zou wat zijn in triomf, James aan zijn zijde, het eiland te doorkruisen. En dan wel te paard, tot in de verste uithoeken. De gasten die de korpschef telkens weer tot wanhoop dreven met hun feveren,  scheel van jaloezie. 

Een nieuw elan zou de kop opsteken, een frisse wind met de geur van lelietjes-van-dalen en fresia’s. Overal zouden mensen, jong en oud, de handen aan ploegen slaan om het hele eiland op te stoten in de vaart der volken. Eindelijk zou het eiland dat al door Harry Belafonte (1927) werd bezongen de plaats innemen en de bestemming krijgen, die de Schepper had voorzien.

Helaas… Hoe vaak gaat een dag die alles in zich heeft om historisch te worden, niet als puntje bij paaltje komt toch de mist in? Toen hij de noodtoestand had uitgeroepen en het eiland op slot gedaan, bleek Finies niet thuis maar op haaienjacht, achter de horizon, en diens running mate (een vrouw!) had geen oren naar meneer zijn mooie praatjes, omdat ze iets verkeerds gegeten had. 

Maar hij liet zich niet kennen. Als opschalen niet kon, was afschalen het devies. Met Helmond (Plv. Rijksvertegenwoordiger) in het kraaiennest was de lockdown een fluitje van een cent. Een beetje Bonairiaan zat sowieso het liefst thuis of onder een parapluboom aan het strand. 

En de samenleving loopt nog steeds op krukken, al worden af en toe de maatregelen versoepeld. Een kniesoor die daarop let, want de cijfers mogen er zijn. Per 27 oktober stond het aantal doden op drie en het aantal positivo’s op 134 (bij 2398 testen in totaal), met als kroonjuweel nul patiënten in het ziekenhuis.

Dus iedereen blij! Behalve het verplegend personeel. Dat loopt namelijk de bonus mis die hun collega’s aan gene zijde onder luide toejuichingen te beurt viel. Omdat ze zich hier niet uit de naad hadden gewerkt. 

Categorieën: Blog post

0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *