Het begint al donker te worden, wanneer Rinus terug is bij het hotel. Abdul is, zoals hij verwachtte, gevlogen en het nieuwe meisje aan de balie is niet onder de indruk van Rinus’ smeekbede hem aan een mobiel nummer te helpen. Waarom kan meneer niet gewoon wachten tot de volgende ochtend? Als er echt iemand in nood verkeert, kan hij beter de politie of brandweer bellen, vindt ze.
Rinus beseft dat hij zich niet door minimale tegenslagen uit het veld mag laten slaan, laat staan zich op zo’n meisje afreageren. Het hoofd koel houden en zich in alle rust bezinnen op een plan B is de opdracht. Maar eerst een douche en een pilsje. Tien minuten later is hij weggezakt in een stapel kussens op het hoofdeinde van zijn boxspring, de televisie staat op CNN en zijn telefoon hoest berichten op. De stille hoop op een wonderbaarlijk levensteken van Lisa wordt resoluut de bodem ingeslagen. Maar, als pleister op de wonde, komt zijn dochter te voorschijn.
Lieve pa,
Wat een verrassing! Dat je reis tot zoiets zou kunnen leiden, wie had dat gedacht? Ik niet in ieder geval. Wat wist ik nou eigenlijk van jou of wat wisten wij van elkaar?
Maar ik gun het je van harte, hoor. Dat schip was dus niks voor jou? Ik hoop dat je het toch een beetje leuk gevonden hebt, al was het van korte duur? Of werd je er alleen maar zeeziek van?
Hoe heet ze eigenlijk? Dat had je er niet bij geschreven. Heb je haar al teruggezien en hoe was dat? Vergeet niet foto’s te maken!
Heb je haar al verteld over ons en heeft zij ook kinderen? Als ze kostwinner is, zal ze die salon wel keihard nodig hebben. Spreken jullie Nederlands samen of is ze van de Franse kant?Zo kan ik nog wel even doorgaan, maar ik kan beter stoppen. Ga jij maar lekker je gang. Spreek de volgende keer wat in. Is dat niet veel gemakkelijker? Of we gaan bellen, ook leuk.
Heel veel plezier! Ik leef met je mee,
Eva.
Ze heeft gelijk, denkt Rinus bij zichzelf, ze weten geen bal van elkaar en dat is niet haar schuld. Met geen van zijn kinderen praatte hij destijds over zijn huwelijk, ook niet na de dood van hun moeder. Geen wonder dat zij bij hem ook nooit over hun eigen relatiedingen zijn begonnen.
Krijgt hij bij deze dochter nog een laatste kans? Ze slaat in ieder geval een heel andere toon aan, met al dat je en jij. Het zal wennen zijn, zeker als ze elkaar spreken. Bij het schrijven kun je langer nadenken. Maar het is de moeite waard en wie weet, als het met haar lukt, ontdooit ook het ijs bij de andere. De herinnering aan zijn kinderen en het vooruitzicht dat hij niet hoeft te berusten in al wat er op dat vlak is misgegaan, verzachten de ontgoocheling van deze dag, zodat hij uiteindelijk – omstreeks middernacht – toch nog de nodige slaap te pakken krijgt.
Na het ontbijt, wanneer Abdul op zich laat wachten, slijmt hij nog wat met het meisje van de dagdienst – die mensen moet je altijd te vriend te houden – om haar vervolgens mee te delen dat hij even een ommetje gaat maken en zijn telefoon bij zich heeft. In dit stadium kan hij er beter op uit trekken dan zich op zijn kamer te verbijten.
De zee van de baai ziet er, ondanks de wisselende kracht van wind en branding, op elk moment van de dag hetzelfde uit. Een toonbeeld van onverstoorbaarheid, doorzettingsvermogen en zelfvertrouwen, ideaal om je mentaal aan te toetsen en nieuwe kracht op te doen.
Na terugkeer in het hotel treft hij Abdul al op het eerste gezicht aan de balie. Even hulpvaardig als de vorige dag en als Rinus eenmaal na Dennis’ naam ook die van laat vallen, blijkt hij haar ook te kennen. Waarom heeft hij dat gisteren niet meteen gezegd, werpt Abdul hem voor de voeten. Broer en zus ja, hun vader woont op Jamaica, vertel hem wat. Het komt vaker voor dat zij hun familie of vrienden in zijn hotel onderbrengen. Abdul klinkt oprecht verbaasd, wanneer Rinus – zo neutraal mogelijk – vertelt dat hij haar niet heeft kunnen vinden en dat haar salon gesloten was. Nee, háár nummer heeft hij niet, maar dat van Dennis kan hij opzoeken. Als meneer Rinus even geduld heeft, komt hij daar nog vóór de middag op terug. Kan hij soms een boodschap aan Dennis doorgeven? Ja, zegt Rinus, dat hij omwille van zijn zus mij met spoed moet bellen.
Zo belandt Rinus weer op zijn kamer en ziet hij tergend langzaam de middag aanbreken en verstrijken. Tot het meisje van de receptie hem, aan zijn deur nog wel, komt vertellen dat de baas Dennis gesproken heeft en dat hij van hem een telefoontje kan verwachten. Van die Dennis, ja.
De vraag ligt hem op de lippen of ze alsnog Dennis’ nummer in haar systeem heeft opgenomen, zodat hij hem kan bellen, als dat telefoontje uitblijft. Maar daarmee zou hij de indruk kunnen wekken dat hij Abdul niet vertrouwt en dat wil hij vermijden.
Het loopt tegen middernacht en het begint een gewoonte te worden dat hij op hele èn halve uren niet alleen zijn WhatsApp aanklikt, maar ook Lisa’s profielfoto. Om haar even in de ogen te kijken. Als hij blijft kijken, lijkt het wel of haar ogen gericht zijn op iets anders, achter hem, en dan drukt hij ook op het telefoontje onder de foto, alsof hij haar op die manier ertoe kan brengen iets tegen hem te zeggen. Tot hij opschrikt van de beltoon.
Met mij, Dennis, de broer van Lisa, heb ik u afgehaald op het vliegveld?
Ja, spreek je mee. Ben zo blij dat je belt. Weet ze wel dat ik in dit hotel zit, heeft ze mijn kamernummer?
Het blijft stil. Rinus verbeeldt zich dat hij Dennis hoort zuchten.
Ja, hoort u mij?
Zeker, heel goed, ik luister.
0 reacties